Als er één gerecht is dat voor mij pure gezelligheid uitstraalt, dan is het wel kaasfondue : een pan dampende, smeuïge kaas op tafel, stukjes brood erin dopen en eindeloos kletsen. Ik begon ooit met een kant-en-klaarpakje (we moeten allemaal ergens beginnen, toch?), maar al snel wilde ik het écht zelf maken. Die eerste poging was een kleine ramp … klontjes overal. Maar vele jaren en experimenten later heb ik mijn beste tips verzameld. En vandaag deel ik ze graag met jou.
1. Begin bij de kaasselectie.
Voor mij begint goed koken altijd bij goede ingrediënten, en dat geldt zéker voor kaasfondue. Mijn go-to combinatie is Gruyère en Emmentaler; die twee vullen elkaar prachtig aan: romig, licht nootachtig en lekker zacht van structuur.
2. De juiste pan maakt het verschil.
Elektrische fonduepannen zijn handiger en veiliger, dat geef ik meteen toe. Maar zelf kies ik toch altijd voor een klassieke fonduepan op een brander. Dat kleine vlammetje onder de pan hoort voor mij gewoon bij de beleving; het geeft warmte, sfeer en houdt de kaas precies op de juiste temperatuur. Je moet alleen even de kunst leren om het vuur rustig te houden, maar zodra je dat onder de knie hebt, wil je eigenlijk niet anders meer.
3. De perfecte basis: ingrediënten en verhoudingen.
Mijn standaardrecept voor kaasfondue (voor vier personen) :
- 1 kg kaas (ongeveer 250 g per persoon)
- 400 ml droge witte wijn
- 1 teentje knoflook, gehalveerd
Ik wrijf de pan eerst in met knoflook en laat het teentje daarna gewoon meekoken in de kaas. Dat subtiele aroma doet echt wonderen.
4. Zo krijg je een perfecte, gladde fondue.
De truc ? Rustig werken. Verwarm de wijn eerst zachtjes en voeg dan de kaas beetje bij beetje toe. Blijf roeren in een soort “8-vorm”. Dat klinkt misschien willekeurig, maar het werkt écht om de kaas soepel te laten smelten.
En heel belangrijk : laat het niet koken. Zodra de kaas bubbelt, gaat het mis. Daarna red je het bijna niet meer; neem het maar aan van deze ervaringsdeskundige …
5. Veelgemaakte fouten (die ik zelf ook gemaakt heb).
- Te veel kaas in één keer : dan krijg je klonten.
- Te hoge temperatuur : dan wordt de massa korrelig en olieachtig.
- Niet goed roeren : dan brandt het aan, en dan zit je met een pan vol bruine stukjes.
Met een beetje aandacht voorkom je deze dingen makkelijk, en smaakt je fondue elke keer weer fantastisch.
6. Mijn extra tips & geheimpjes.
- Is de kaasfondue te dik ? Voeg dan beetje bij beetje extra wijn toe terwijl je rustig blijft roeren, totdat de fondue weer de gewenste romige consistentie heeft.
- Is de kaasfondue te dun ? Dan kun je dit gelukkig makkelijk oplossen. Pak wat maizena, leng het aan met een klein beetje water zodat het niet gaat klonteren, en roer dit beetje bij beetje door de fondue terwijl je blijft roeren. Let wel op dat je niet te veel toevoegt, want dan wordt de fondue juist weer te dik. Al gebruik ik liefst zo min mogelijk bindmiddel (een goede fondue heeft eigenlijk geen maizena nodig) maar als redmiddel werkt het perfect.
- Aangebrande kaasfondue ? Schraap voorzichtig de bovenste laag kaas weg en doe deze over in een schone pan. Voeg wat extra wijn toe en verwarm het langzaam opnieuw. Blijf ondertussen constant roeren, zodat de kaas weer mooi glad en romig wordt.
- Dat laatste krokant geworden restje kaasfondue (die licht gekarameliseerde laag op de bodem van de pan) is een traktatie op zich. Om de kaas goed los te krijgen, kun je er een eitje bij breken en er voorzichtig doorheen roeren. Dit romige, kazige roereitje is voor mij altijd de “grande finale” van de avond : een klein feestmomentje na al het dipplezier.
Al schrijvend loopt het water me weer in de mond bij de gedachte aan een avondje kaasfondue. En nu ben ik nieuwsgierig: wat is jouw favoriete ingrediënt om in de fondue te dippen, of heb je misschien een geheime tip die elke fondue nóg lekkerder maakt? Deel het gerust in de reacties; ik kan niet wachten om nieuwe ideeën te ontdekken !
Lieve groet, Vera.





































